
Wanneer moet je je zorgen maken als je kleuter nog niet kan tellen?
Je hoort het vriendje van je kind tot 20 tellen en denkt: "Hoe dan... mijn kleuter kan niet eens tot vijf tellen!" Je gaat je zorgen maken en vraagt je af of je kleuter nu achterloopt en of je niet meer moet doen. Wees gerust: je hoeft je geen zorgen te maken. Vergelijken met andere kinderen kan verleidelijk zijn, maar jouw kleuter ontwikkelt zich op een ander vlak weer sneller. In deze blog vertel ik wat normaal is bij het leren tellen. Maar eerst: wat verstaan we eigenlijk onder tellen?
Tellen, wat verstaan we er eigenlijk onder?
Tellen kent drie betekenissen. De telrij opzeggen klinkt voor ons als volwassenen alsof je kind aan het tellen is, maar feitelijk is het een soort riedeltje dat het uit z'n hoofd heeft geleerd. Het opzeggen van de telrij zegt namelijk nog niet over het begrijpen van de betekenissen van de getallen. 'Tellen' verdeel ik daarom in de volgende categorieën:
- Je kind kan de telrij opzeggen
- Je kind wijst objecten aan terwijl het telt
- Je kind weet hoeveel het zojuist geteld heeft
De telrij opzeggen, wat past bij de leeftijd van je kind?
Als je uitgaat van een gemiddelde ontwikkeling kan je kleuter:
Eind groep 1: De telrij tot 20 opzeggen
Eind groep 2: vanaf verschillende getallen in de telrij doortellen tot 20
Tellen terwijl je iets aanwijst of oppakt
In het begin gaat het aanwijzen van objecten en tellen vaak nog 'a-synchroon'. Je kind slaat objecten over, maar blijft wel tellen. Of je kind wijst een object twee keer aan en verbindt twee telwoorden aan hetzelfde object.
Dat is allemaal onderdeel van het leren tellen en hoort er helemaal bij. Wat je mag verwachten van je kleuter:
Eind groep 1: Voorwerpen t/m 10 tellen
Eind groep 2: verkort tellen t/m 12
Tellen met resultaat: weten hoeveel er ligt
Resultatief tellen gaat over het resultaat van wat je net geteld hebt. "Het zijn er 5."
Van je kleuter mag je hetzelfde verwachten als bij het synchroon tellen:
Eind groep 1: Voorwerpen t/m 10 tellen
Eind groep 2: verkort tellen t/m 12
Wat je thuis kunt doen om te helpen bij het leren tellen
Het is niet nodig om een werkblad uit de printer te laten rollen, leren tellen kan spelenderwijs en tijdens dagelijkse activiteiten. Hoe je thuis kunt helpen bij het leren tellen:
De telrij leren opzeggen
- Zing liedjes met de telrij erin, bijvoorbeeld:
- 1, 2, 3, 4... hoedje van papier.
- Berend Botje ging uit varen.
-
Tel hoeveel tellen je kind nog mag spelen of over hoeveel tellen je komt helpen.
-
Speel verstoppertje.
Synchroon en resultatief leren tellen
- Speel dobbelspelletjes en bordspellen waarbij je stappen moet zetten.
- Overhandig objecten terwijl je telt.
-
Tel samen de appels die je in de fruitschaal legt.
-
Tel de blokken die je kind gebruikt bij het bouwen.
-
Tel de knuffels die in bed mogen slapen.
Beweegspelletjes om te leren tellen
Kleuters leren met hun hele lijf. Door bewegen te koppelen aan tellen, wordt het nog leuker én blijft het beter hangen.
-
Spring 5 keer in de lucht.
-
Zet samen 8 stappen vooruit.
-
Klap 10x in je handen.
Dit soort spelletjes zijn ideaal voor korte momenten tussendoor.
Downloads van Kleuterateljee die het leren tellen ondersteunen
Wil je actief aan de slag met het leren tellen? Of een beetje variatie in het oefenproces? Deze downloads van Kleuterateljee dragen bij aan het leren tellen op een speelse manier.